De muziektherapieruimte

De muziektherapieruimte

Randvoorwaarden, werkruimte en instrumentarium

Werkruimte          

Een muziektherapeut dient te beschikken over een goed geoutilleerde therapieruimte, die aan verschillende eisen voldoet. De omvang van de ruimte wordt enerzijds bepaald door het instrumentarium dat nodig is voor de beoogde doelen en doelgroepen. Anderzijds wordt de omvang bepaald door de hoeveelheid cliënten die gelijktijdig aanwezig zijn, als er sprake is van groepswerk. De minimale omvang van een muziektherapieruimte bij enkel individuele therapieën is 35 m2, bij groepen tot 5 cliënten minimaal 40 m2, bij groepen tot 5 cliënten  minimaal 40 m2, bij groepen van 8 cliënten is de minimale omvang 60 m2. Per cliënt wordt 7 à 8 m2 berekend.

Isolatie                                  

De therapieruimte moet goed geïsoleerd zijn ten opzichte van andere vertrekken. Werkzaamheden moeten niet worden belemmerd, omdat er voortdurend muziek of geluid van buiten doordringt. Goede isolatie is ook in het belang van de privacy van de cliënt(en) zelf.

Akoestiek                             

Voor muziektherapie is de akoestiek van de werkruimte van groot belang om het geluid tot zijn recht te laten komen. Indien nodig moeten aanpassingen verricht worden, bijvoorbeeld in de stoffering en de hoogte van het plafond om het geluid te verbeteren. Voor het welzijn van cliënt en therapeut is behoud van daglichtinval en zicht naar buiten alsmede voldoende frisse lucht noodzakelijk. In enkele gevallen (bijvoorbeeld in het werken met popbands) kan hier gedurende korte tijd van worden afgeweken.

Gehoorbescherming         

Een muziektherapeut draagt indien nodig persoonlijk aangemeten gehoorbeschermers bij zich, die hij gebruikt indien het volume bepaalde grenswaarden (de arbo-normen over geluidshinder) overschrijdt. De muziektherapeut heeft de taak cliënten te beschermen tegen te hard geluid, hen indien nodig gehoorbescherming aan te bieden en voorlichting te geven over de gevaren van gehoorbeschadiging.

Instrumentarium                 

Muziektherapie maakt gebruik van een uitgebreid muziekinstrumentarium. Waar dit precies uit dient te bestaan is afhankelijk van de doelgroep en de werkwijze van de therapeut. In het algemeen moet de muziektherapeut kunnen beschikken over toets-, snaar-, slag- en blaasinstrumenten, elektronische instrumenten, zangversterking en audiovisuele apparatuur. Daarnaast maakt de muziektherapeut gebruik van speciaal voor muziektherapie aangepaste instrumenten, bladmuziek, teksten en vakliteratuur. Een internetverbinding is nuttig, aangezien de therapeut via internet snel informatie kan opzoeken.

Budget                                  

Voor muziektherapie dient een toereikend budget te zijn om materialen aan te vullen of te vervangen. De muziektherapeut beschikt over de kennis om keuzes te maken betreffende deze aanschaffen.

Werken op locatie              

In een aantal behandelsituaties kan de muziektherapeut niet in zijn eigen therapieruimte werken, maar bezoekt hij cliënten op de behandelafdeling of in hun thuissituatie. In deze gevallen is het van belang dat er een ruimte is waarin de therapie zo ongestoord mogelijk kan plaatsvinden. De muziektherapeut moet in de gelegenheid zijn om te bepalen of er andere mensen dan de cliënt(engroep) in de ruimte aanwezig zijn. Het instrumentarium dient qua omvang aangepast te worden of te worden opgeborgen op een geschikte plek, zodat de extra fysieke belasting voor de muziektherapeut minimaal is.

Bron: Beroepsprofiel van de Muziektherapeut, © NVvMT 15 mei 2009 

Zie ook  muziektherapie